Symposium Historisch Gebruiksglas 2025

Op 25 october kwamen voor de tiende keer 70 glasliefhebbers in Leiden en zo’n 20 mensen online bijeen. Voor iedereen was er het Jaarboek 2024.

Dagvoorzitter Nelleke Nicolai leidde het programma in.

Als eerste spreker nam Reino Liefkes van het Victoria & Albert Museum in Londen ons mee naar den Haag in de 17e eeuw voor ‘Hendrick Heuck’s glasshouse’. Met een oorspronkelijk patent van Jean de Lacam in Nijmegen, opende Heuck met werkers uit Murano en Frankrijk (Altare?) in den Haag een glashuis, dat maar korte tijd heeft bestaan. De glasmakers waren een besloten groep die onderling kennis, vaardigheden en werkplekken uitwisselde en naar diverse Europese landen vertrokken als de -financiële- condities daar beter waren.

Christiaan Schrickx, projectleider bij Archeologie West Friesland, gingAan tafel bij Sonck en Coninck’. Bij archeologisch onderzoek komt regelmatig glas naar boven, overblijfselen van de 17e eeuwse rijkdom, zonder dat we weten we van wie die zijn geweest. Wat de allerrijksten in die tijd op tafel hadden, zien we bij de inhoud van een beerput in Hoorn: honderden voorwerpen van keramiek, glas, metaal en andere materialen. We weten precies wie die heeft gebruikt: Albert Sonck, Meijndert Sonck en Albert Coninck. We leren hen kennen uit archiefstukken en schilderijen. De vondst staat in de tentoonstelling ‘Thuis in de 17e eeuw’ in het Rijksmuseum.

Yvette Sablerolles, verbonden aan de University of Nottingham,  herdacht Dr. Sophia M.E. van Lith tot 2013 universitair docente Provinciaal Romeinse archeologie, verbonden aan de UvA. Naast Prof. Ina Isings was zij de enige universitaire specialiste in antiek glas in ons land en heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan Romeinse glasstudies. Zij kondigde een aan haar gewijde glasdag aan in het Allard Pierson op 07 februari 2026.

Na de gezamenlijke lunch in het museum besprak Anna Laméris, van Frides Laméris Glass and Antiques in Amsterdam, een bijzonder glas uit de 18e eeuw. Van dit glas is alleen de kelk bewaard met de naam ‘Jan Teenns’ en ‘1774’. Rondom de kelk is een radgravure van een schip in de haven van een stad. Na uitgebreid onderzoek bleek dit glas een bijzondere betekenis en een ongewone herkomst te hebben. Uit de archieven kwam de Edamse houthandelaar Jan Teengs (1716-1776) naar voren. Ook droeg het schip een Deense vlag en er werd hout geladen. Teengs handelde veel in hout uit Noorwegen. Door de vorm van het kelk en de stijl van de gravering kon Anna het glas met zekerheid toeschrijven aan het Noorse Nösetangen en aan Heinrich Gottlieb Köhler, werkzaam aan het Deense hof.

Kristin Duysters, conservator bij Paleis het Loo, gaf een overzicht van de glascollectie van Het Loo. Van indrukwekkende kandelabers, vazen, spiegels en kronen tot gebruiksglaswerk uit koninklijke paleizen, gegraveerde oranjeglazen uit de 17e en 18e eeuw én oranjesouvenirs uit de 20ste en 21ste eeuw. Zij beschreef hoe deze collectie tot stand is gekomen en hoe er nu wordt verzameld.

Daarna besprak Annegreet van Lierop-Kalteren een recente handreiking voor het ‘Fotograferen van vlakglas’ van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE). Deze is zowel in gedrukte vorm als digitaal beschikbaar via de RCE. Voor meer informatie en de digitale versie, zie: https://www.cultureelerfgoed.nl/publicaties/publicaties/2025/01/01/fotograferen-van-vlakglas—een-handreiking

Na de koffie en thee pauze kondigde Willem van Traa aan dat een aantal glasvrienden een Vriendenboekje heeft samengesteld voor René van Beek, die na vijfendertig jaar als glasconservator bij het Allard Pierson met pensioen is gegaan. Het was de bedoeling om dit vandaag aan René aan te bieden, maar helaas bleek hij niet aanwezig te kunnen zijn. Toch hebben we besloten de huldiging toch door te zetten.

Ruurd Halbertsma, oud conservator van het RMO en initiatiefnemer van het Vriendenboek, sprak daarna de Laudatio of te wel de Feestrede uit. ‘Als ik aan René denk, dan denk ik aan glas’ is van zijn eerste tentoonstelling ‘Antiek glas, de kunst van het vuur’ (2001) tot zijn afscheid met ‘Van glas, gemaakt in de Oudheid’ volledig op hem van toepassing. Renés goede relaties met particuliere verzamelaars was in de museale wereld een uitzondering. Samenvattend noemde Ruurd hem met een 18e eeuwse Engelse term als ‘Antiquarian’: een liefhebber van de antieke kunst, een estheet met gevoel voor schoonheid maar ook iemand die wetenschappelijk alles wil weten van voorwerpen.  

Daarna reikte Willem van Traa het Vriendenboekje uit aan Nico Bijnsdorp, verzamelaar van glas uit de Oudheid en een goede vriend van René. Hij nam het boekje namens René in ontvangst en las een korte reactie van René voor.

Tenslotte bedankte de dagvoorzitter de sprekers, de techniek en alle aanwezigen voor hun bijdragen. Daarna sloot zij het symposium af en nodigde iedereen uit voor de gebruikelijke borrel in het restaurant totdat het museum om 17.00 uur sloot.

Alle verhalen van de sprekers worden weer verzameld in ons Jaarboek 2025 dat bij het symposium van zaterdag 24 october 2026 gepubliceerd wordt.