‘Toon mij uw boekenkast en ik zeg u wie u bent’

Op 25 november 2024, een grijze regenachtige maandag, overleed Pieter C Ritsema van Eck (Wouter) op 86-jarige leeftijd. Een eigen keuze waar hij vrede mee had. Wouter was gedurende 1988 tot 2003 curator Glas van het Rijksmuseum in Amsterdam. In de glaswereld stond hij bekend als een aimabel, bescheiden en een kennisrijke expert. Schreef artikelen, boeken, hield lezingen en gaf zijn mening over objecten. Zijn belangstelling was breed: van oud tot modern glas. Zelf relativeerde hij zijn glaswerk door te vertellen daar bij toeval in terecht te zijn gekomen en hij liever in de architectuur had willen werken.

Door een toevalligheid belandde de glasboeken van Wouter op mijn bureau, zo’n 135 exemplaren. Als curator glas stond de bibliotheek van het Rijksmuseum tot zijn beschikking. Die bibliotheek is niet alleen bijzonder vanwege de behuizing, maar ook vanwege de inhoud. Deze is namelijk goed uitgerust voor literatuuronderzoek met name voor de antiquarische naslagwerken. De collectie die Wouter thuis had, was veel eenvoudiger. Maar toont wel een heel aardige kijk op de bezitter. Want door naar de boekenkast van iemand te bekijken, krijgt men ook een bepaald inzicht in diens persoonlijkheid, de interesses en de passie van de bezitter.

De kijk op Wouter Ritsema van Eck door zijn 135 glas gerelateerde boeken is natuurlijk heel beperkt. Maar de passie voor glas zowel in enge als in bredere zin komen hier duidelijk in naar voren. Hij verdiepte zich minutieus in de diverse graveer technieken, bestudeerde de werken van de bekende glasgraveurs als David Wolff, Jacob Sang, Bastiaan Broers en anderen. Maar ook de moderne glazen uit Leerdam en Maastricht kregen zijn aandacht. Hij bestudeerde de collecties en tentoonstellingen van met name de collega musea in Duitsland. Uit de overdrukken van zijn eigen artikelen en van anderen blijkt dat hij op hoog internationaal niveau publiceerde en artikelen beoordeelde als reviewer. Het grote standaardwerk met alle glazen uit de Rijksmuseum collectie was van zijn hand. De twee volumes en de haperende computer om deze samen te stellen, hebben hem veel hoofdbrekens bezorgd. Maar het eindresultaat mag er zijn.

De organisatie van het 13de driejaarlijkse congres van de AIHV (Association International pour l’Histoire du Verre) in 1995 in Amsterdam was een van zijn hoogtepunten. Een vereniging waar hij vele jaren secretaris van was. De honderden bezoekers konden genieten van een tot in de puntjes verzorgt congres. Het moet hem ongetwijfeld ook plezier hebben gedaan de congres uitnodiging te illustreren met een glas van het Rijksmuseum. Dit is het Middelweg glas gesigneerd door Jacob Sang in 1768. Tussen de boeken zaten meerdere geannoteerde artikelen die lieten zien wat een pietje precies hij was.

Wouter kon genieten van meubels, juwelen, zilverwerk en het leven. Van al die zaken waren grote en kleine boeken aanwezig (waaronder inkijk exemplaren waarop vermeld staat ‘niet meenemen aub’).

Die precisie en controle blijkt ook uit andere dingen, zoals de met de handgeschreven verbeteringen en aanvullingen in standaard werken. Wouter zelf werkte met activiteiten lijstjes terug te vinden in de boeken. Zo ook een kaartje van Replique, zijn adviesbureau dat zorgde voor verspreiding van reproducties van glaswerk. Daarmee de waardering van de glaskunst stimulerend. Wat opvalt is het grote wereldwijde netwerk dat Wouter had opgebouwd op een rustige en gestage manier. In dat opzicht was hij een bruggenbouwer, een verbinder pur sang. Dit allemaal zonder aanziens des persoon zowel in de museumwereld in binnen en buitenland, in de handel als keurmeester op beurzen, bij de glasblazers in Leerdam als bij de glasverzamelaars wereldwijd. Met respect en waardering kijken we, middels zijn boekenkast, terug op Wouters vele en goede werk. Dat zullen we zeker missen. Chapeau !

Henk-Martin Goldschmidt, glasverzamelaar in Tilburg, mei 2025