Deze Kattekop is vermoedelijk vroeg in de 18e eeuw in Noord-Duitsland vervaardigd en is gevonden in Suriname. Hij draagt een glaszegel met ‘CYPRUS’, is 19 cm hoog en heeft een inhoud van 0,72 l.

De Engelse koning Richard Leeuwenhart (1157-1199) veroverde Cyprus bij de 3e Kruistocht en trouwde er Berengaria, dochter van de koning van Navarra. Er wordt verteld dat er toen ‘Commandaria’ wijn zou zijn gedronken uit het wijnbouwgebied ten noorden van Limasol. Commandaria (Grieks: κουμανδαρία) is een amberkleurig zoete dessert wijn gemaakt van in de zon gedroogde druiven. Deze productiemethode bereikt vaak hoge alcohol niveaus van 15%, vóór de verrijking met extra alcohol. De naam verwijst naar de ‘grote Commanderij‘ van de Tempelridders, die na de val van Akko Palestina verlieten en in 1306 in de burcht Kolossi hun hoofdkwartier vestigden. Nadat de Tempelridders verboden en onteigend waren, namen de Johannieterridders de Commandaria over. Rond die tijd begon de Maltezerorde grote hoeveelheden wijn uit Cyprus naar Europa te exporteren en die wijn bij de vorstelijke hoven te ‘promoten’. Tijdens de Venetiaanse heerschappij van 1489-1571 leverde Cyprus dessertwijn van hoge kwaliteit aan Europa, omdat adellijke kringen de voorkeur gaven aan zware zuidelijke wijnen, vooral die uit Cyprus. Deze Cyprische wijn zou dus wel eens het oudste wijnmerk ter wereld kunnen zijn.

Na de verovering van het eiland door de Osmaanse Turken behielden de Cyprioten een grote mate van zelfbestuur en bleef hun inmenging in ‘binnen-eilandse’ aangelegenheden beperkt. De Osmanen schaften het feodale systeem af, zodat de plaatselijke bevolking bouwgrond in eigendom kon verwerven en het belang van de wijnbouw sterk toenam. Door het in eigen beheer verbouwen van wijn en de afname van de piraterij groeide de handel sterk. Het transport was voornamelijk in handen van Griekse reders, die tot het midden van de 18e eeuw onder Franse vlag voeren en daarna onder de Russische vlag. De wijn kwam in grote vaten direct of indirect via Frankrijk naar Holland, waar deze voor gebruik in de koloniën in flessen gebotteld werd. Tot in de 18e eeuw werd alle wijn getransporteerd en bewaard in vaten. De bewaarmogelijkheden waren daardoor uiterst beperkt. Het gebruik van goed afsluitbare flessen zou daar echter verandering in brengen. Het zal geen verbazing wekken dat die flessen vooral gebruikt werden voor topwijnen. Zonder twijfel is deze Kattekop de oudste bekende wijnfles met een zegel die de herkomst van het wijnbouwgebied aangeeft.