Bij een veiling in Amsterdam werd een gegraveerd en gedateerd glas aangeboden, dat ik betrekkelijk goedkoop kon verwerven. Om meerdere redenen had het mijn belangstelling gewekt. Naast de meer voorkomende radgegraveerde vruchtboom en de tekst “VIVAT ORANIEN” van een duidelijk professionele (Duitse?) hand, droeg het glas ook een minder professioneel ogende diamantgegraveerde tekst met een plaatsbepaling en een datering. Hiermee zou mogelijk moeten zijn meer over dit glas te weten te komen, zoals herkomst, provenance en de functie van de tekst.

Het glas is als volgt beschreven: “Kelkglas (h: 18 cm) in helder kleurloos glas. Pontilmerk onder ronde opgaande holle voet met naar onder omgeslagen rand (Ø: 07,9 cm). Op bolle knoop met ingesloten luchtbel een omgekeerde balusterstam met ingesloten grote luchtbel in de balusterknoop (Ø: 03 cm). Aan onderzijde afgeronde distelvormige kelk (Ø: 03,6 – 06,9 cm) met dikke bodem met ingesloten luchtbel en vuur-afgeronde rand. Aan voorzijde kelk radgravering: luchtbel in de balusterknoop (Ø: 03 cm). Aan onderzijde afgeronde distelvormige kelk (Ø: 03,6 – 06,9 cm) met dikke bodem met ingesloten luchtbel en vuur-afgeronde rand. Aan voorzijde kelk radgravering: aan twee zijden omgeven door bloemtakken en in medaillon een ‘Oranjeboom’.  Aan achterzijde radgravering: “VIVAT / ORANIEN” en daaronder in lijngravering: “ Heugelijken Dag, en / Blijde Uren, Geviert / in Kuilenborg Den 8 Julius/ 1758. Status: goede conditie, gebruiksporen. Gewicht: 0,175 kg. Herkomst/datering: glas: Duitsland of Nederlanden, 1725-1750; gravering: Nederlanden. Provenance: 18/06/12 bij AAG, Amsterdam. Verwijzing:  Het Graafschap Culemborg lag wel binnen de Republiek, maar maakte er formeel geen deel van uit. Tot 1714 behoorde het aan de hertog van Saksen-Hildburghausen. Deze verkocht het uit geldgebrek voor bijna één miljoen gulden aan de Staten van het Kwartier van Nijmegen. De Staten schonken het graafschap aan Prins Willem IV, toen hij in 1748 werd verheven tot stadhouder. Met de Bataafse republiek en het Koninkrijk werd ook Culemborg een deel van Nederland. (Wikipedia)  Opmerking: Anna van Hannover (Herrenhausen 02-11-1709-den Haag 12-01-1759), weduwe van Stadhouder Willen IV (Leeuwarden 01-09-1711; den Haag 22-10-1751), moeder-regentes van Stadhouder Willem V (den Haag 8 maart 1748-Brunswijk 9 april 1806).“

Stadhouder Willem IV en echtegenote Anna van Hannover, dochter van Koning George II van Engeland

Met dit interessante glas in de hand moest ik uitvinden wat er op 8 juli 1758 in Culemborg is gebeurd, dat een relatie met Oranje zou kunnen hebben. Zoekend vond ik een correspondentie over de staat van de weg over de dijk naar Culemborg. Deze zou zo slecht zijn dat regelmatig rijtuigen in de modder bleven steken. Daarbij meldde de schrijver dat “morgen HKH over de weg zou passeren”. In die tijd en plaats kon de vermelde HKH eigenlijk niemand anders zijn dan Anna van Hannover, te meer omdat zij door haar huwelijk ook Gravin van Culemborg is geworden.

De volgende vraag was of het aangekondigde bezoek ook daadwerkelijk plaats heeft gevonden. Via de medewerking van het Streekarchief Rivierenland kwam ik terecht bij de site van ‘Voet van Oudheusden’, de historische vereniging van Culemborg www.voetvanoudheusden.nl. Daar vond ik in ‘Oud Archief van de Gemeente Culemborg’ (Utrecht 1938) drie stukken: de rekening van dit bezoek met een bijlage en een stuk over het voorgeschreven ceremonieel. Bij mijn bezoek aan de Archiefdienst in Tiel kreeg ik zonder moeite de originele stukken in handen. Wat is het is toch een bijzondere ervaring om met ruim 200 jaar oude papieren te werken! Het eerste document was een overzicht van  “Betalingen gedaan Door de Heeren Gecommitteerden wegens gedane onkosten ter occasie van de receptie van Hare Koninklijke Hoogheid”. In totaal bedroegen de kosten f  677,-  In Euro’s omgerekend komt dat op ruim € 13.000,- Naast kleine bedragen aan een groot aantal mensen, is aan een wijnkoper f  133 betaald, voor muziekanten, tamboers en klokkenist f  151 en aan W. de Witte voor de kosten van het Weeshuis een bedrag van f 152. Dit Weeshuis moet wel het Elisabeth’s Weeshuis (1560-1952) zijn, nu het plaatselijke museum. Ik las dat er een ‘Collation’ (maaltijd) voor 84 personen heeft plaatsgevonden en neem aan dat alleen de eetzaal van het weeshuis groot genoeg was voor de ontvangst. Op de omslag van het tweede document staat “Arquiten (betalingen) gehorende tot de Reekening wegens de Receptie van de Hoogvorstelijke Familie”, een bundel met naald & draad aan elkaar gehechte papieren met in rekening gebrachte uitgaven. Nu zouden we dat ’de bonnetjes’ noemen. Zou ook de jonge Willem V van de partij zijn geweest? Hij was toen tien jaar oud en ik neem aan dat iedere gelegenheid werd aangegrepen om hem als toekomstige Stadhouder te presenteren. Het derde document regelt het protocol voor de dag van de ontvangst. Een paar details: ‘Bij publicatie te ordonneren om alle straten …. te laten schrobben, met interdictie (verbod) om dan geen mest te rijden”, wat me een zinvolle bepaling lijkt. Ook “geen Schoten te doen of vuurwerken af te steken dan op speciale ordre” kan ik me goed voorstellen. Het waren onrustige tijden met verhitte politieke tegenstellingen, die uit de hand konden lopen. Verder werden “alle Borgers aangemaant derselver vreugde te betoonen ook met ’t zetten van Eerenbogen”. Het feest werd duidelijk georkestreerd en de plaats van de ‘spontane’ erebogen was al bepaald. Tenslotte regelde men de samenstelling van het comité van ontvangst. Beide (stads)bodes kregen een rol maar, zoals te verwachten, waren het toch vooral de bestuurders die voorop gingen “uit het eerste Collegie d’Heere Perrenot en Jongbloet”. De naam Perrenot had ik al eerder gezien, want Stadhouder Willem IV had de rechtsgeleerde Abraham Perrenot (Neuchâtel 1726-den Haag 10 juli 1784) als vertegenwoordiger, tevens burgemeester en schepen in Culemborg benoemd. Perrenot promo-veerde in 1748 op “Over het verbod in de stad en in de kerken te begraven” en was oprichter van de eerste buitenstadse begraafplaats in de duinen bij den Haag ‘Ter Navolging’. Onder Stadhouder Willem V was hij Raad & Rekenmeester van de domeinen. Ook kreeg hij een aanstelling als onderwijzer in taal aan de kinderen van de prins, waaronder de latere Koning Willem I.

Terug naar mijn glas. Het bestuur van Culemborg heeft Anna van Hannover die dag met alle egards onthaald en kosten noch moeite gespaard om er een heuglijke dag van te maken. Ongetwijfeld zijn vele Oranjegezinden uit de wijde omtrek naar Culemborg getrokken om erbij te zijn. Later moet iemand, die mogelijk al zo’n glas met z’n Oranjegezinde tekst en afbeelding in z’n bezit had er, als herinnering, de lijngegraveerde tekst bij hebben gezet of doen zetten. Ik kan me niet goed voorstellen dat er een aantal glazen om reden van publiciteit zijn gemaakt en aan belangrijke partijgangers werden uitgereikt. Dan zouden er toch zeker meer exemplaren bewaard moeten zijn gebleven. Ik houd het dus op die ene Oranjeklant, maar zou er wel wat voor over hebben om te weten wie dat geweest is.

SUMMARY

In Dutch politics, the second half of the 18th century was a period of  heated debates and partisanship between the adherents of the House of Orange and the ‘Patriots’, who stood for a more democratic government. The Orange party did use portraits of the Stadholders, their spouses, children or coats of arms. The Patriots preferred images like a free galloping horse, an open birdcage with its bird outside or the ‘Dutch Virgin’ brandishing the hat of Freedom on a lance. But also goblets and glasses engraved with a Pomeranian dog, which the Dutch called a ‘Kees-hond’ are considered Patriot’s glasses. Kees being the nickname of one of the leaders of the Patriots, this dog became an abusive image for the Orangists and at the same time a proud symbol for the Patriots. In the ’70’s and ‘80’s the political situation became acute and the Netherlands saw armed militia, exercising and giving battle to the regular army, the expulsion of the Stadholder, a Prussian invasion to restore him and finally in 1794 an invasion of a French republican army to install the new ‘Batavian’ Republic, which was later incorporated in France by Napoleon and finally became the present Kingdom of the Netherlands in 1814.
At auction I acquired  a mid 18th century glass, professionally engraved with an Orange tree on the front and “Vivat Oranien” on the back. In addition to that, a non-professional hand had added a text on the reverse side referring to ‘a joyful day and happy hours in (the city of) Kuilenburg on July 8th 1758’. Research in the historical archives of that city (now named Culemborg) proved that Princess Anna of Hannover  (widow of Stadholder Willem IV, mother of the then very young Stadholder-to-be Willem V, daughter of King George II of England and by marriage Countess of Kuilenburg), actually did visit the town on the date mentioned on this glass.  Also the archives produced three original folders, the first being a document totalling the costs to 677 Dutch Guilders (now € 13.000), the second containing the original accounts and actual payments to a number of persons, including a wine merchant, musicians, trumpeters, the local organ-player and to the local orphanage, whose dining room and kitchens were the biggest in town. Finally, the third folder contained a city ordinance, dictating the cleaning of the streets (and forbidding the transport of manure thereafter!), the erection of arcs of honour and forbidding gunshots and fireworks by any other but the officials, which seems like a good precaution in those turbu-lent times. Further research unfortunately did not result in finding the person who did engrave the above mentioned text on the glass, but she or he undoubtedly must have been an adherent to the Orange party.

Stadholder William IV (left) and his wife, Anna van Hannover (right). Engraving on window-panes by Christiaan Schröder, Delft, 1757. Collection Gemeentemuseum, the Hague.

Middle: The castle of Culemborg, 18th century on an old engraving.